Mengsel - Lambdasonde

Informatie lambdasonde

De lambdasonde behoort tot het brandstofmanagement systeem.

Een lambdasonde is een sensor die zich bevindt in de uitlaat van uw auto. De lambdasonde meet het aandeel zuurstof in het uitlaatgas en geeft deze door aan het motormanagement systeem. De lambdawaarde is een indicator voor de effectiviteit van de verbranding.

Het sensorelement is een keramische cilinder die van binnen en van buiten met poreuze platina-elektroden is bekleed. Het geheel is beschermd door een metalen gaas. Het werkt door het verschil in zuurstof tussen het uitlaatgas en de buitenlucht te meten en genereert een spanning of verandert zijn weerstand, dit kan per sensor verschillen.

De sensoren zijn alleen effectief bij verhitting vanaf ongeveer 316 °C. Om die temperatuur te kunnen bereiken hebben de meeste lambdasondes een verwarmingselement, dat het keramische punt snel op temperatuur brengt. Dit maakt een snellere regeling mogelijk van de mengselsamenstelling. Oudere sondes zonder verwarmingselementen worden verwarmd door de uitlaatgassen, Hierbij duurt het langer voordat de sonde op de juiste temperatuur is. Zonder die verwarming kan het proces enkele minuten duren.

De sonde heeft meestal vier draden, één signaaldraad, één massadraad en twee voor het verwarmingselement . Oudere, niet-elektrische verwarmde, sensoren hadden maar één of twee draden.

Het signaal van de sonde voor de katalysator varieert van 0,1 tot 0,9 volt bij respectievelijk een arm en een rijk mengsel. Bij stoichiometrische verbranding van benzine is dit 0,45 V, de lambdawaarde is dan 1.

De werking van de lambdasonde is gebaseerd op een natuurkundig verschijnsel dat beschreven wordt met de wet van Nernst.

Afhankelijk van de lambdawaarde wordt de samenstelling van brandstof en lucht aangepast tot de juiste verhouding. De lambdawaarde wordt doorgegeven aan het motormanagement systeem, die dan vervolgens de inspuittijd van de injectoren veranderd. Hierdoor kan er een zo schoon mogelijke verbranding worden gerealiseerd.